De eerste keer vliegen met een winterzonnetje
Op een heldere winterdag, als de zon haar warmte eindelijk door de koude lucht weet te prikken, gebeurt er iets magisch bij de bijenkasten. De bijen, die wekenlang veilig en stil in hun kast hebben gezeten, voelen de temperatuur nét genoeg stijgen om een korte verkenningsvlucht te wagen. Het is alsof ze weten dat het moment perfect is: niet te koud, niet te guur.
En daar gaan ze! In een vrolijke wirwar van zachte zoemgeluiden komen ze tevoorschijn. Ze schudden letterlijk de winter van zich af. Dit wordt een “reinigingsvlucht” genoemd – de kans om even de vleugels te strekken en, nou ja, de ingewanden te legen. Maar het ziet er vooral uit als pure vreugde.
Ze dansen in de zon, verkennen de omgeving rondom de kast en lijken bijna te genieten van de frisse lucht. Sommige komen terug met kleine gele stipjes stuifmeel aan hun pootjes, een teken dat zelfs nu, midden in de winter, ergens een dappere bloem bloeit.
Als imker – of simpelweg als iemand die van de natuur houdt – kun je alleen maar glimlachen bij dit tafereel. Het geeft een gevoel van hoop. Ondanks de stilte van de winter, ondanks de kou, is er leven, beweging, en energie. Het zachte gezoem voelt als een voorproefje van de lente.
Kijkend naar de bijen die in het zonlicht schitteren, voel je je verbonden met hun ritme en hun veerkracht. En ineens lijkt de wereld een stukje warmer, gewoon omdat zij vliegen. 🐝☀️